Tippen

Tippen bij bal over de keeper

Als de keeper de bal niet kan vangen, omdat het niet mogelijk is om zijn handen er goed achter te krijgen, dan moet hij in ieder geval deze van richting veranderen. Zodoende kan de bal alsnog naast of over het doel terechtkomen, of is moeilijk voor een inkomende tegenstander te bespelen.

Tippen kan uit stand of met een aanloop van één of meer passen, achterwaarts of zijwaarts, al dan niet met opsprong, vallend, duikend of zwevend.

Techniek

Ballen over de keeper heen kunnen als volgt worden verwerkt:

  • Met opsprong vanuit stand.
  • Na één of meer passen achterwaarts, gevolgd door een afzet met het tippen in de vlucht. De landing is op de voeten, of na een zweef of val op de voor- of zijkant van het lichaam.