Zijwaarts oprapen van ballen, die naast de keeper komen

De keeper probeert altijd eerst door snel voetenwerk achter de bal te komen. Lukt dat, dan geldt de techniek van het oprapen van ballen, die recht op de keeper afkomen. Lukt dat niet, dan zal de keeper de bal met de zijwaartse techniek moeten oprapen.

Techniek

  • In de loop het lichaam zijwaarts achter de bal zien te krijgen om vervolgens in de loop naar rechts de linkerknie naar de grond te brengen (niet op de grond, in verband met het risico van vast komen te zitten!)
  • De andere voet wijst schuin naar buiten en de knie buigt ook in die richting. Ruimte tussen de benen mag niet te groot zijn, anders glipt de bal tussen de benen door
  • Het bovenlichaam naar voren, de handen geopend naar de bal en de armen zijn gestrekt
  • Handen goed achter de bal en de vingertoppen raken de bal het eerst
  • Na het eerste balcontact volgt een meegevende beweging van de armen, afwerking naar de buik/borst en ten slotte de omarming
  • Ogen zijn altijd gericht op de val, daarna richt de keeper zijn ogen weer op de situatie in het veld

Veel voorkomende fouten

  • Lichaam niet achter de bal
  • Knie vast op de grond
  • Ruimte tussen de benen te groot, de bal kan er doorheen glippen
  • Bovenlichaam teveel rechtop
  • Handen niet achter en niet naar de bal toe
  • Handpalm raakt als eerste de bal, in plaats van de vingertoppen
  • Ogen niet gericht op de actie, maar op de situatie in het veld