Keeperstennis is een leuk spel waarin veel aspecten van het keepen in terug komen. Hierbij valt te denken aan positie, vangen, vallen, duiken, zweven, voetenwerk, springen, trappen en coaching (bij 2 tegen 2).
Organisatie
- 2 velden van 10 x 10 meter met een neutraal vak er tussen in van 10 x 20 meter (zie tekening)
- Keeper A begint achter de achterlijn door middel van een volley
- Keeper A speelt de bal in het vak van keeper B
- Keeper B moet vanaf de plaats waar hij de bal vangt de bal weer over het net naar keeper A spelen. Keeper B mag daarbij maximaal1 stap zetten
Puntentelling
Er kan een punt gescoord worden als:
- De bal in het vak van de tegenstander stuit
- De bal via de tegenstander buiten het speelveld komt
- De bal door de tegenstander in het neutrale vak wordt gespeeld
Wordt een bal in de stuit gevangen dan wordt er doorgespeeld. Vangt de tegenstander de bal en land hij buiten zijn vak, dan doorspelen.
Spelhervatting
- Na elk gescoord punt begint de keeper, aan de kant waar de bal ligt, weer starten achter de achterlijn met een volley.
Variaties
- Speelveld groter of kleiner maken
- 1 tegen 1 of 2 tegen 2 spelen
