Duiken voorwaarts (bewegende bal)

De keeper duikt voorwaarts naar een bewegende bal. Voor deze oefening is veiligheid belangrijk. Zorg ervoor dat de keeper weet hij moet duiken. De oefening moet stapsgewijs opgebouwd worden. Voer de oefening eerst uit vanuit kniezit, daarna vanuit hurkzit en als laatste vanuit stand. Zo leert de keeper wennen aan de val.

Organisatie

  • De keeper rolt de bal achterlangs door zijn benen
  • De keeper duikt naar de bewegende bal
  • De keeper plaatst zijn handen om de bal en verwerkt de bal naar de buik/borst.

Variaties

  • Vanuit kniezit
  • Vanuit hurkzit
  • Vanuit stand
Scroll naar boven